Dag 15 Breim Gloppen - Flåm
Uurtje of 8 zijn we beide wakker. Bas klaagt dat ik gesnurkt heb vannacht. Doe ik natuurlijk helemaal niet, maar als ik het wel zou doen, dan komt dat omdat ik gewoon verkouden ben. Met een roadtrip neem je het niet zo nauw met het aantrekken van een jas enzo. Ach ja, gaat wel weer over. Het is een frisse heldere ochtend en aan de overkant op de bergen zien we de zon al doorkomen. Yes! Korte broeken weer! Daar word ik wel enthousiast van. Waar ik minder enthousiast van word is het feit dat ik mijn benen al 15 dagen niet geschoren heb. Dat is zo een gedoe onder een camping douche en ik heb er nog geen handigheid in gevonden. Eerlijk is eerlijk, ik zou geen echte vanlifer kunnen worden hoor. De hygiëne laat toch iets te wensen over in vergelijking tot thuis. Ook de Van wordt erg snel vies en die poets ik dan ook regelmatig, maar waar het steeds vandaan komt?!?
Hoe dan ook, nog maar 4 dagen en we zijn weer thuis en dan krijgt alles, incl ikzelf, een grondige sopbeurt.
We gaan de weg op rond de klok van 9 en maken even een pitstop bij Gloppen Skulptürpark Birkjelo. Er staan allemaal kunstige sculpturen. Hebben we meteen even aan cultuur snuiven gedaan. Langer dan 5 minuten moet zoiets niet duren bij ons want we vinden er weinig aan.
We rijden weer door de bergen en ook al zie ik dit nu 15 dagen, elke keer ben ik weer helemaal in extase vanwege de schoonheid van de natuur. Naast ons stroomt de melk blauwe rivier, de glooiende fel groene vlaktes met huisjes, akkers en weilanden, de laag hangende wolken tegen en tussen de bergen, de witte vlekken van sneeuw op de toppen en de glanzende rotswanden door het sijpelende water maken dat je niet anders kan dan met ontzag, respect en verwondering aan het genieten ben. Veel vee graast hier gewoon los en zo nu en dan loopt er gewoon een kudde koeien of schapen midden op de weg. Het is de mens die het onderspit delft want ze gaan alleen opzij wanneer zij dat willen. Ook nu lopen er weer een stuk of 15 koeien op de weg en ze slenteren langzaam langs ons heen. Mocht ik ooit gereïncarneerd worden, dan graag als schaap of koe in Noorwegen.
Ook nu krijgen we weer flink wat tunnels voor de kiezen. De langste van vandaag is tot nu 7km en ik vind ze vreselijk. Donker, koud en smal. We rijden richting Laerdal en daar is Europa's langste tunnel van 25km maar je kan er ook gewoon overheen rijden. We zijn beide van mening dat deze tunnel nu niet echt een bucketlist dingetje is en dus gaan we er straks niet doorheen.
We maken een ontbijt stop bij Sogndalsfjøra. Je moet er een kleine stukje voor naar beneden vanaf de grotere weg rijden. Onze keuze om hier te stoppen wordt weer ruimschoots beloond. Er wacht ons een parkeerplaats met schoon toilet gebouw, daarachter is een super mooi veld met grote grove stenen picknicktafels en houten banken. Het is er niet gewoon neergezet maar er is over nagedacht en daardoor ziet het er absoluut niet als een parkeerplaats uit. Uiteraard worden we ook weer op een bijpassend uitzicht getrakteerd door te kijken op bergen, een meer en alles omringd met bomen en paarse wilde bloemen. De zon en de fluitende vogels zijn het puntje op de i.
We rijden door Sognfjord maar stoppen hier niet. Het is een soort studenten stadje en de bebouwing is echt Noors gecombineerd met modern. Deze mix had ik nog niet eerder gezien.
Bij Kaupanger maken we een stop bij een stavkirk. Een stavkirk, in het Nederlands staafkerk is een geheel uit hout opgetrokken kerkgebouw, met een typische bouwstijl die voornamelijk in Scandinavië wordt aangetroffen. Het is een mooie kerk met een kerkhof er omheen. De graven zijn hier niet zo groot en uitbundig zoals in NL. Er is hier een vorm van eenheid en ik vind het zelfs mooier dan al dat uitbundige.
Bij Kaupanger maken we via de ferry weer een oversteek en komen we aan in Fodnrs nabij Laerdal. Tijdens de ferry tocht blijf je gewoon in de Van zitten. Het is niet dat je een soort van dek hebt waar je op kan gaan. In de auto moet de gordel af van mij. Stel je voor dat er iets gebeurt en je dan loopt te klooien met je riem. Los dus! De ferry vaart op zee, het water is niet meer blauw maar groen met een boel kelp aan de oever.
We gaan bij Laerdal hoog de bergen in en dat betekent vol tanken, water bij vullen, ruitenspoeier vullen en ramen wassen. We zijn in elk geval klaar voor datgene dat op ons pad komt. Aangezien we niet die lange tunnel in wilde, rijden we nu op een weg die precies breed genoeg is voor één voertuig en vol zit met haarspeldbochten, tel daar steil naar boven rijden bij op en dan is de uitdaging voor Bas en de Van compleet. De beloning is dat we een veel beter uitzicht hebben dan in de tunnel. Het is passen en meten met tegenliggers. Sommigen moeten cm voor cm achteruit zodat anderen er langs kunnen. Op sommige plaatsen zijn kleine passeer havens. Ik merk nu na 2 weken wel verschil in het rijgedrag van Bas, hij rijdt zekerder en minder gespannen. Ik merk ook verschil in mijn onderbuik.
Bij een uitkijk punt is een soort grot dat een berenhol/grot voorstelt. Het is een project dat ism een architect en een verhalen verteller tot stand is gekomen. In het hol zie je de beer met al zijn gevonden schatten door de jaren heen. Het hol nodigt je uit
Het hol nodigt je uit om te reflecteren en na te denken in een suggestieve setting. Ik vind het mooi en het zeer je idd aan het denken. Mits je het toe laat dan, want er zijn ook mensen die 2 tellen binnen huppelen, en foto schieten en er weer als een haas vandoor gaan.
Inmiddels rijden we weer boven de boomgrens. De sneeuwtoppen, watervallen van smeltsneeuw en mooie heldere meren zijn weer binnen handbereik. We zien een prachtige plek om te overnachten maar het is nog zo vroeg, namelijk pas half 3. Daarbij staat er al een Van op die plek dus besluiten we door te rijden. Hoe hoger we komen, hoe meer sneeuw maar ook meer ijs op de meren. We parkeren de Van en wandelen naar een overhangende sneeuwschots toe. Hiervoor lopen we over dichtbegroeid mosgrond, springen we over beekjes, klimmen over keien, maar als we er zijn is het de wandeling zeker waard geweest. Het is warm, zo een graad of 23 en het sneeuw aanraken is erg welkom. Sterker nog, mijn voetjes waren zo gloeiend heet dat ik ze heerlijk afgekoeld heb in het ijsmeer. We staan bij de sneeuwschots en proberen op de foto te laten zien hoe groot het in werkelijkheid is. Of het gelukt is weet ik nog niet. Heb de foto's nog niet bekeken. Bij het meer met ijsplaten gaan we gewoon ff een tijd zitten om alles in ons op te nemen. Wat ik niet begrijp is hoe er hier nog sneeuw kan liggen. Het is 23 graden, dus heerlijk warm, waarom smelt de sneeuw dan niet?
Bijna onderaan de route is nog een uitkijkpunt met de naam Stegastein. De Stegastein constructie is een attractie op zich.
Het uitkijkpunt steekt 30 meter uit vanaf de zijkant van de berg, is 4 meter breed, en hangt 650 meter boven het Aurland fjord. Het panoramische uitzicht is een toeristen trekker en voor het eerst ervaren we drukte. We maken snel wat foto's en komen vooral niet te dicht in de buurt van het vele volk.
De route eindigt in Aulerland en veel meer dan kort rondgelopen hebben we niet gedaan. Ik wilde perse een broodje zalm hebben maar het werd er niet verkocht, dus gaan we door naar het kleine dorpje Flåm (betekenis: "klein plat gedeelte tussen steile bergen") dat omringd is door steile bergen, razende watervallen en nauwe valleien . Flåm is enorm toeristisch en zonder covid zouden hier grote cruiseschepen aanmeren en vandaaruit zouden ladingen toeristen met de Flåm trein 20km hoger gebracht worden. Lonely Planet heeft deze treinrit ooit uitgeroepen tot de op één na mooiste treinrit van de wereld. Wij gaan hem niet doen. Wij gaan namelijk lekker eten. Het is inmiddels een uur of 6 en na ons ontbijt hebben we niets meer gegeten. Op zoek naar een broodje gerookte zalm...het wordt een maaltijd fish & chips. Geen zalm te bekennen helaas, maar dit was ook lekker. We vonden nog lang hangen op het terras totdat hier de zon weg is vanwege de hoge bergen. Ik heb daar snel het blog en de foto's van gisteren geupload. We gaan op zoek naar een slaapplaats maar willen niet zo ver van Flåm vandaan gaan. Het plan is om er morgen nog even rond te kijken. We eindigen op 3,2 km afstand op een inham naast de kant van de weg. Met de schuifdeur naar het water gekeerd hebben we de weg achter ons en zitten we in de zon. Nou dat duurde precies 10 minuten en toen was hij ook hier achter de bergen. De rest van de avond turen we naar het water, de bergen en het dorpje Flåm terwijl er allerlei bootjes langs varen. Ondertussen spelen we Pokémon met vrienden in Nederland, hangen we nog ergens een elastiek voor badslippers op, kijkt Bas voetbal en werk ik aan mijn blog.
Lis
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}